De geschiedenis van de wetenschapsfilosofie

Een duik in de geschiedenis van de wetenschapsfilosofie kan erg interessant zijn, omdat het een diepzinnig onderwerp betreft. De wetenschapsfilosofie laat zich als volgt omschrijven: het is een wijsbegeerte die zich bezighoudt met het kritisch onderzoeken van wetenschappelijke hypothesen. Zo worden er diverse vormen van wetenschap onder de loep genomen, waaronder de sociale, de economische en de natuurwetenschappen, maar ook de psychologie wordt op een filosofische manier nader onderzocht. Er zijn vele fascinerende naslagwerken over dit onderwerp te vinden en bovendien is er veel vakliteratuur beschikbaar, zodat iemand die een grote interesse heeft voor de wetenschapsfilosofie zich verder in het onderwerp kan gaan verdiepen.

Wat is wetenschap?

4 Mar 2021

De essentie van wetenschapsfilosofie is te vangen in één vraagstuk: wat is wetenschap? Of beter: wat is eigenlijk de aard van wetenschap? Veel bekende wetenschapsfilosofen hebben de afgelopen decennia geprobeerd om deze vraag te beantwoorden, maar zonder eenduidig resultaat. We weten eigenlijk nog steeds niet exact wat wetenschap tot wetenschap maakt.

Verschillende visies en denkbeelden

Dat blijkt ook wel uit de antwoorden die de afgelopen decennia op deze hamvraag zijn geformuleerd. Te beginnen met die van de ‘logische-empiristische’ Wiener Kreis, een groep filosofen en wetenschappers rond Moritz Schlick, Otto Neurath en Friedrich Waismann. Zij komen in het beroemde manifest ‘Wissenschaftliche Weltauffasung der Wiener Kreis’ tot de conclusie dat een hypothese pas wetenschappelijk is als deze bevestigd kan worden door een zintuiglijke waarneming. Zo niet, dan is er geen sprake van wetenschap en al zeker niet van een gedegen aanpak.

De Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper onderscheidt dan weer echte wetenschap van pseudo-wetenschap aan de hand van het falsificatie-principe (‘The Logic of Scientific Discovery’, 1959). Hij stelt dat wetenschappers juist moeten zoeken naar zaken om hun bevindingen te ontkrachten in plaats van te proberen te bewijzen dat ze gelijk hebben. Volgens Popper moeten wetenschappers hun hypothesen niet verifiëren, maar weerleggen (falsifiëren) en direct vervangen door nieuwe hypothesen. Als je iets namelijk meerdere keren constateert, dan is het de eerstvolgende keer waarschijnlijk weer zo, maar is dat nooit 100% zeker. Maar weet je het eenmaal te weerleggen, dan heb je kennis waarmee je vooruit kan.

Thomas Kuhn beargumenteert in zijn beroemde The Structure of Scientific Revolutions (1962/1970) dat de heersende opvatting over wat goede wetenschap is volledig afhangt van de tijdsgeest. Volgens de Amerikaanse wetenschapsfilosoof kenmerkt de geschiedenis van de wetenschap zich namelijk door steeds verschillende en opeenvolgende paradigma’s, denkstructuren waarbinnen wetenschappers te werk gaan. Kuhn toont aan dat wetenschappers tijdens deze paradigma’s zullen vasthouden aan hun theorieën en manier van werken. Tenminste, tot de volgende paradigmaverschuiving.

Imre Lakatos probeert op zijn beurt de visie van Propper en de ideeën van Kuhn te combineren, respectievelijk de wetenschap als zoektocht naar theorieën met een steeds grotere falsificeerbaarheid en wetenschap als opeenvolging van paradigma’s. Volgens Lakatos is wetenschap dan ook eerder een reeks concurrerende onderzoeksprogramma’s (research programmes) waarvan de beste vanzelf boven komt drijven. In zijn Falsification and the Methodology of Scientific Research Programmes (1970) geeft hij dat dan ook als antwoord op de vraag wat wetenschap is.

‘Geen vaststaande regels voor wetenschappelijk onderzoek’

Met zoveel visies en theorieën snap je nu ook waarom er geen eenduidig antwoord is op de vraag wat de werkelijke aard van wetenschap is. Empiristen, falsificationisten, Kuhnianen en Lakatosianen hebben allemaal hun eigen antwoord en argumenten. Maar misschien is er wel gewoon geen eenduidig antwoord, zoals de anarchistische wetenschapsfilosoof Paul Feyerabend in zijn boek Against Method (1975) beargumenteert. Volgens hem zijn er geen vaststaande regels voor wetenschappelijk onderzoek: alles gaat, alles mag. Wetenschap als kansspel dus. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen en nog decennia lang voer voor wetenschapsfilosofen zijn. Gelukkig maar!

Antisubjectfilosofie

28 Dec 2020

De antisubjectfilosofie is een stroming binnen de wetenschapsfilosofie die in de 20e eeuw in Frankrijk ontstaan is als reactie op de identiteitsfilosofie. Wetenschapsfilosofen als Michel Foucault, Jacques Derrida en Jacques Lacan stelden dat het dwaas was om ervan uit te gaan dat de individuele mens (als subject) de basis vormde van het filosofisch denken.

De waarde van wetenschapsfilosofie

30 Nov 2020

Wetenschapsfilosofie draagt eraan bij dat de wetenschap in beweging blijft. Door middel van de kritische vragen die een wetenschapsfilosoof stelt over de verworven wetenschap, worden de zaken van meerdere uitgangspunten onderzocht. Mensen zijn geneigd om in één waarheid te willen geloven, terwijl er in veel gevallen echter meerdere waarheden bestaan.

Wetenschapsfilosofie leren

26 Oct 2020

Wetenschapsfilosofie wordt op meerdere universiteiten gegeven als onderdeel van de studie filosofie. Het vak wetenschapsfilosofie leert de leerling onderscheid maken tussen de verschillende soorten wetenschappen en deze te interpreteren. Het is een enorm veelzijdig vak, dat ontzettend interessant is voor mensen die altijd nieuwsgierig zijn naar hoe de wereld in elkaar zit.